Een (steen)goede keuze!

De Intergemeentelijke Onroerend Erfgoeddienst Schelde-Durme (IOED) zet de laatste jaren steeds meer in op archeologisch erfgoed. Een volgende stap is de inwoners uit het werkingsgebied hierbij te betrekken. Archeologie spreekt immers tot de verbeelding van klein en groot. Naar aanleiding van de archeologiedagen  (9-10-11 oktober) laat de IOED daarom een archeologische thema kiezen waarrond ze volgend jaar zal werken.

Tijdens de Archeologiedagen kan je deelnemen aan leerrijke, avontuurlijke en speelse activiteiten om meer te weten te komen over archeologie in al haar facetten. Ook in de regio Schelde-Durme staat er heel wat op het programma. Zo kom je in Laarne op de hoeve ter Poten alles te weten over metaaldetectie. In de bibliotheek van Lebbeke ontdek je middeleeuws aardewerk en baksteen gevonden bij de herwaardering van de site Hof ten Dijke. En In Wichelen en Schoonaarde is er de nieuwe fietstocht Verhalen bij Stille Waters.

“Bij volgende editie willen we het programma nog uitbreiden. Daarom dat we de inwoners uit onze regio nu al willen betrekken. Onder het motto ‘Een (steen)goede keuze’ kunnen ze kiezen welk archeologisch thema onze medewerkers volgend jaar dienen uit te spitten”, onthult Jan De Graef, voorzitter van IOED Schelde-Durme.

THEMA 1:  ARCHEOLOOG KRIJGT BAGGER OVER ZICH HEEN!

Bij politici en andere bekende figuren zijn we deze uitdrukking gewend. Gelukkig klinkt dit in combinatie met archeologen nogal vreemd in de oren. Bagger wordt immers in dit geval negatief gebruikt als rotzooi, troep … Maar baggeren is op zich een positieve en een noodzakelijke activiteit tegen het dichtslibben van rivieren. Zeker in onze ‘Lage Landen’! Anders zouden we bijvoorbeeld geen succesvolle havens hebben. Maar ook zouden we nog meer te kampen hebben met overstromingen. Dat Vlaanderen en Nederland vandaag samen de grootste en modernste baggervloot ter wereld hebben, valt dan ook vanuit die landschapsgeschiedenis te verklaren.

De geschiedenis van het baggeren zelf kent nog weinig geheimen. Er zijn veel studies over gemaakt en er bestaat zelfs een heus baggermuseum. Onderbelicht zijn echter de baggervondsten! En daar willen we met de IOED iets aan doen.

Wat zijn eigenlijk baggervondsten? Baggeren is dus het proper en terug dieper maken van de waterlopen. In de 19de eeuw kende het baggeren een sterke groei. Er waren heel wat technische verbeteringen en de stoomboten zorgden voor extra vracht- en passagiersvervoer. Het baggeren was noodzakelijk zodat de vele boten niet vast kwamen te zitten in het opgehoopte slib en vuil. Bij dit vele baggeren stootte men regelmatig op een archeologische vondst. Een houten drakenkop, zwaarden, metalen speerpunten, … kwamen zo bloot te liggen. Dit trok gelukkig de aandacht van amateurarcheologen zoals Jean Moens en Joseph Maertens de Noordhout (foto). Zij volgden de baggerwerken van nabij op en betaalden arbeiders om de vondsten in te zamelen. Hierdoor zijn er heel wat vondsten gered en niet terug verdwenen in het water of ergens op een vuilnisbelt beland. En laat er nu net uit onze regio een rijke collectie aan baggervondsten zijn. Uniek in Vlaanderen!
 
Wij hebben tal van onbeantwoorde vragen over de baggervondsten: wat doen drakenkoppen uit de Schelde in het British Museum in Londen? Waar kunnen we nog baggervondsten uit onze streek vinden? Wie zijn eigenlijk die amateurarcheologen? Als ook jij dit thema dieper wil uitgespit zien, weet je wat je moet doen …
 
 

THEMA 2: WIE KENT DORPELING DRIES NIET?

Geen paniek, wij kennen hem ook niet. Toch niet als bekend dorpsfiguur. Dries is immers geen echte dorpeling als in iemand die in een dorp woont. Maar we bedoelen het hier natuurlijk als de gekende dorpspleinen. De originele betekenis van dries is ‘braakliggend weiland’.

 
We komen het als ‘driesch’ al tegen in een 13e-eeuws Vlaams document. In onze regio tref je vele plaatsen met de naam ‘dries’ aan. Het waren oorspronkelijk onbebouwde, afgebakende terreinen met daarrond bewoning. De omwonenden hadden bepaalde rechten op het centrale stuk grond. Later evolueerde het in Vlaanderen en Zuid-Nederland tot een naam voor een nederzettingsvorm.
 
Er zijn natuurlijk nog vele andere nederzettingsvormen. In Nederland hebben ze hiervoor reeds een typologie uitgewerkt. In Vlaanderen is dit nog onbestaande. Dit lijkt ons een ideale uitdaging voor onze IOED. In onze regio zijn er echt interessante types van dorpen aanwezig. En wat met de evolutie tot stad? Ook daar valt veel over te vertellen. Het is dus zeker de moeite om vanuit onze streek hierin stappen te ondernemen. Met zo een dorpstypologie krijgen we meer inzicht in het ontstaan van dorpen. Maar we kunnen zo ook ontdekken hoe de dorpskernen van toen vandaag nog zichtbaar zijn.
 
Het driesdorp hebben we al ingeleid, maar ken je ook een oevermarkt? En welke gemeente ontleent haar naam aan het Keltische woord voor meander? Ben je een echt dorpsfiguur? Wil je jouw liefde voor je dorp aanvullen met – nog meer – kennis van de geschiedenis van je dorp? Stem dan dit thema tot ‘burgemeester’ van de drie thema’s.

THEMA 3: WAT VERKIES JIJ: BEGRAVEN OF CREMEREN?

Een vraag die je gelukkig niet dagelijks te horen krijgt, maar je zeker niet onbekend in de oren klinkt. Iedereen heeft hierover wel al eens gepraat met familie of vrienden. Heel persoonlijke motieven liggen vandaag aan de basis van een keuze voor begraven of cremeren. Een grappige klassieker pro crematie: “Ik wil niet opgegeten worden door wormen!”

Maar dit was ooit anders: vroeger had je geen keuze. Het hing af van waar en wanneer je bent geboren. De ene bevolking kende begrafenisrituelen, de andere gebruikte enkel crematie. Iedere cultuur had zo zijn eigen voorkeur en gewoonten. Toch veranderde dat ook van tijd tot tijd en van cultuur tot cultuur. Bovendien heb je zowel binnen het begraven als het cremeren tal van varianten. De gestorven Viking die wegdrijft op een brandende drakar kennen we vanuit de vele films, series, strips, …. Minder gekend is bijvoorbeeld de gewoonte uit de Late IJzertijd om de lichamen van overledenen eerst in de open lucht te laten vergaan alvorens ze te verbranden. Tussen overlijden en cremeren kon wel een jaar zitten.

In onze regio hebben we best veel vondsten en sites die de funeraire praktijken van toen illustreren. Bovendien zijn ze terug te leiden tot verschillende archeologische periodes. Een heel bijzondere collectie is bijvoorbeeld die van de Merovingische grafvondsten (vroege middeleeuwen). Er is alvast genoeg materiaal aanwezig om de door de eeuwen veranderende gebruiken en rituelen in onze regio in kaart te brengen. Omdat het best wel wat onderzoek vraagt, zou dit thema over twee jaar lopen.

Heb je je ooit afgevraagd waarom die ene heuvel zo speciaal is? Welke grafgiften er werden meegegeven? Wil je weten wat een pestkerkhof is? Kortom je houdt wel van die meer lugubere hoekjes van ons verleden! Wel dan is dit thema jouw thema. Stem en wij beginnen te graven in onze funeraire geschiedenis.

Breng je stem hier uit: https://forms.gle/N6K2AvaPMFzvwWABA

Tags: No tags

Comments are closed.