Het leven in de hoeve
Toen ze hier kwamen wonen, kon het gezin Raemdonck niet rekenen op erg veel comfort in de hoeve. Er was geen stromend water, geen gasaansluiting of telefonie. Doorheen de jaren hebben ze stap voor stap de woning aangepast aan de hedendaagse normen. Alles van in het begin grondig aanpakken, zou een te grote investering zijn geweest meteen na de aankoop. De eerste jaren sliepen de kinderen beneden in de berging voordat Etienne en zijn schoonbroer de zolder inrichtten. Toen ze aan hun studies begonnen, moesten de kinderen zich boven verwarmen met een elektrisch vuurtje want centrale verwarming was er niet boven. “We herinneren ons nog goed dat naast de keuken een grote pompsteen stond waar we ons die eerste jaren aan wasten. Via een gat in de buitenmuur liep het water naar buiten.” “Ik zie nog zo voor me dat we ook de lange haren van onze dochter hier moesten wassen,” vult Maria aan.
De veranderingen die ze aan de historische hoeve hebben uitgevoerd, waren vooral aan de binnenkant van de woning. Achteraan op de benedenverdieping werden twee aparte plaatsen samengevoegd en de zoldertrap werd weggenomen aangezien er nog een tweede trap was. “Het eerste stuk van de schuur hebben we vier jaar geleden opnieuw opgebouwd nadat het was ingestort. Het dakgebinte raakte eind de jaren ’70 al beschadigd tijdens een storm en de stal begon over te hellen. Voor dergelijke verbouwingen moesten we natuurlijk een vergunning aanvragen en zorgen dat het heropgebouwde gedeelte zoveel mogelijk benaderde hoe het er ooit had uitgezien.”
De witgeschilderde voorgevel heeft grote, rechthoekige ramen met tralies, ook wel ‘dievenijzers’ genoemd. “De voorgevel was oorspronkelijk erg mooi gemetst met kleine kalksteentjes en er hingen vensterluiken. Omdat dat destijds in de mode was, hebben we beslist om de gevel te laten schilderen met weerbestendige latexverf. Daar kregen we achteraf spijt van. Maar toen we een aantal jaren later iemand lieten langskomen om de verf terug te verwijderen, bleek dat geen goed idee te zijn. De stenen zouden poreus worden dus dan riskeerden we vochtproblemen. Nu moeten we om de twee à drie jaar de gevel een nieuw likje verf geven. Het dakraam boven de deur is wel nog zoals het was, mits enkele herstellingen omdat het binnen regende toen we hier kwamen wonen. Dat puntvormig dakvenster met klein fronton was voorheen een laadluik. Ook de oorspronkelijke voordeur in massieve eik moest vervangen worden omdat het binnen tochtte.”
Of ze tips hebben voor iemand die een hoeve wil aankopen om te restaureren? “De charme van zo’n woning is natuurlijk niet te evenaren. Maar wie eraan begint, verzekert zich er best van dat het gebouw nog in degelijke staat is zonder al te veel aantasting van vocht. Anders kan het kostenplaatje wel eens erg hoog oplopen. Bovendien vraagt ook de grond aan zo’n historische hoeve erg veel tijd in onderhoud. Dat mag je zeker niet onderschatten.”